Sinds een paar weken heb ik me verdiept in de beruchte eetbare paddenstoelen. Het blijkt aan de ene kant vrij makkelijk te zijn en aan de andere kant heel moeilijk. De makkelijke kant: er zijn een aantal paddenstoelen heel makkelijk te herkennen en niet te verwarren met giftige soorten. Ze hebben een gekke vorm, kleur of buisjes in plaats van lamellen. De moeilijke kant is dat als je verder dan die makkelijke wilt gaan je echt goed moet kunnen determineren, ze kunnen erg op elkaar lijken door vooral de verschillende stadia waarin ze kunnen groeien (jong, oud..)
Op eetbare paddenstoelen excursie stond al een tijd lang op mijn lijstje.
Gisteren liet Roberto (aka Rob de Wildplukker) ons in het bos van Emmen veel verschillende paddenstoelen zien. Vier uur lang hebben we rondgedwaald en talloze paddenstoelen gezien. Eetbare maar ook veel ongenietbare of giftige. De dodelijke(!) knolamaniet hebben we talloze keren voorbij zien komen, zo’n onschuldig paddenstoeltje met zo’n schuldige inhoud.
De dodelijk giftige knolamaniet
Het fijne aan een paddenstoelen excursie is dat alles tot leven komt. Je kunt er over lezen en zelf in het bos gaan zoeken maar een gids weet precies waar ze kunnen staan, waar je ze aan kunt herkennen en waar je op moet letten.
Chaga, inktzwam, koraalzwam, paarse amatist en zwavelzwam.
Determineren is zo belangrijk. Minstens twee boekjes mee en goed kijken/ruiken/voelen. Heeft ‘ie lamellen of buisjes? Welke kleur heeft de hoed? Brokkelt ‘ie makkelijk af? Groeit de paddenstoel op een boom of op de grond? Onder welke boom staat ‘ie? Waar ruikt de paddenstoel naar? Staat ‘ie in bundels?
Ik heb meer vertrouwen gekregen in het determineren maar blijf het spannend vinden.
De komende tijd blijf ik bij de makkelijke soorten, totdat ik genoeg vertrouwen heb en vooral veel heb gezien en gedetermineerd. De makkelijke zal ik binnenkort eens bespreken! Zelf ben ik fan van de boleten, omdat ze makkelijk te herkennen zijn (de onderkant is een soort spons) en er maar 2 (niet dodelijk) giftige soorten tussen zitten die er echt anders uitzien waardoor je ze niet kunt verwarren.
Ik kwam thuis met een mandje vol eetbare paddenstoelen: Inktzwam, paarse russula, purperbruine fluweelboleet, berkenzwam (voor medicinale thee), zwavelstam, groen grijze trechterzwam (ruikt naar anijs) en de berkenweerschijnzwam (chaga) (medicinaal)
Handige boeken:
Eetbare paddenstoelen – Jens H. Petersen
De grote paddenstoelen gids voor onderweg – Ewald Gerhardt
Paddenstoelen excursies:
Rob de Wildplukker (heel Nederland, je kunt Roberto mailen als je op de hoogte gehouden wilt worden)
Natuurkok (Midden Nederland)
Bosbaas Edwin (Zuid-Holland)
Edwin Flores (omgeving Arnhem)
Gerard Koopmanschap
Ellen Mookhoek (omgeving Amsterdam)
Hebben jullie aanvullingen op deze lijst? Volgens mij zijn er nog wel meer, maar google zegt niet zoveel dit keer.
Wat leuk! Ik zou mezelf alleen niet zo snel aan paddenstoelen durven wagen. Dan moet je inderdaad toch echt zeker van je zaak zijn! Zelf zou ik mezelf daar niet genoeg op vertrouwen.
LikeLike
Sommige paddenstoelen zijn zo makkelijk te herkennen dat het niet fout kan gaan. Bijvoorbeeld de boleten met een ‘sponsachtige’ onderkant. Daar hou ik het bij. :)
LikeLike
Wat leuk! Ik ben toevallig laatst een keer met iemand die er verstand van heeft op eekhoorntjesbrood jacht geweest. We hadden 1,4 kilo! Dat was een heel tof gevoel!
Ik zag dat je twee workshops gaat geven tijdens let’s Gro. Daar was ik echt graag bij geweest, maar ik moet helaas werken. Ga je die workshops ook nog een keer geven op vrijdag, zaterdag of zondag?
LikeLike
Oehh wat heerlijk! Weet je ze nu ook te herkennen? En waar zijn jullie op jacht geweest?
Ik geef de wildpluk wandeling tijdens Let’s gro alleen op woensdag, maar sowieso geef ik elke maand een wildplukwandeling in Groningen. De data staan op http://www.groeneavonturen.nl/wildplukken :)
LikeLike
Pingback: Dagboek Oktober – Groene Avonturen