Vandaag het harig wilgenroosje. De informatie komt grotendeels uit mijn wildpluk boek (‘Eetbare wilde planten’ van Steffen Guido Fleischhauer) In dit boek staat het harig wilgenroosje niet apart genoemd maar staat ‘ie genoemd bij het wilgenroosje (“ook harig wilgenroosje is op dezelfde manier te gebruiken’)
Vandaar dat de recepten ook verwijzen naar het wilgenroosje.
De planten produceren in het voorjaar gladde, glanzende bladeren, maar later in het seizoen verschijnen zacht behaarde bladeren. Deze haren zouden een bescherming geven tegen sapzuigende insecten zoals luizen.

Bloemen: De bloemen en bloemknoppen kun je rauw eten of ter decoratie over salades of warme gerechten strooien. De bloemknoppen zijn gegaard ook als groente te gebruiken.
Stengels: De jonge, nog elastische stengels kun je schillen en rauw eten of als een soort asperge groente bereiden.
Wortels: In het voorjaar (april) kun je de wortels oogsten en schoongemaakt of geschild rauw eten. Ze zijn ook geschikt als kookgroente of om gedroogd tot meel te verwerken. Dit meel wordt gebruikt om sauzen in te dikken of voor het aanmengen van granenmeel. De geroosterde wortelstukken zijn als koffievervanger te gebruiken.
Recepten:
Wilgenroosje gelei en ‘honing’
Wilgenroosje siroop
Wilgenroosje thee
Hier staan heel veel leuke recepten!